De ruwbouw gaat snel vooruit.
Het lijmen van de silicaatstenen gebeurt niet zoals we
hadden verwacht met lijmbakken en kam, maar ‘traditioneel’ met een troffel.
Aangezien de silicaatblokken een tand-groef uitvoering zijn, heeft de aannemer
de stootvoegen in eerste instantie niet verlijmd. Bouwtechnisch is dat ook niet
nodig, maar onze ambitie was met het verlijmen al een aardige graad van
luchtdichtheid van de muren te verkrijgen. Met name omdat we dan al bij een
blowerdoor B-test de zwakke plekken uit de luchtdichting konden halen, voor dat
de muren luchtdicht zouden zijn afgewerkt met de stucwerk. Dan zouden we her en
der nog correcties kunnen uitvoeren, wat nu lastig wordt als de chape al ligt
en het plakwerk is gedaan…
Op ons verzoek is men dan toch ook de kopse zijden gaan
lijmen en proberen we de kieren op te voegen. De blowerdoor B-test zal
uitwijzen of dat voldoende blijkt. Volgende keer toch een meer ervaren lijmer
in de armen nemen…
De perimeter rond de fundering zal om budgettaire redenen
worden afgewerkt met EPDM die we onder de gevelplaten nog net zichtbaar laten.
Alhoewel de EPDM zelf duurder is hebben we toch daarvoor gekozen omwille van de
duurzaamheid, en het spaart een gevelplint uit wat het totaal toch weer
interessant maakt. Ook de raamdorpels beneden laten we vervallen; de terrassen
worden tot onder de ramen gelegd wat een strakker beeld geeft.
Over de ondergrondse isolatie onder de EPDM hebben we
lang getwijfeld. Die moet drukvast en waterbestendig zijn, maar door de
uitspringende ramen moet ter plaatse van de raamopeningen een zeer
draagkrachtige oplossing komen.
Stalen profielen onder de ramen zouden teveel een
bouwknoop vormen. Kimblokken zou ook kunnen met daarop foamglas, en dan tussen
de ramen afwerken met isolatieplaat.
We kiezen om alles met kimblokken te doen, dat kon nog
net volgens de thermische berekeningen, en is wel zo praktisch aangezien de
aannemer dit dan geheel kan uitvoeren: zeer degelijk en vochtbestendig.
Voor dat we aan de perimeter kunnen beginnen moeten we nog
drainage leggen rond de fundering vanwege de overvloedige neerslag van de
afgelopen weken, en toekomstige snelle afvoer van gevelwater of hoog water rond
de perimeter. De drainage wordt uitgevoerd met drainagebuis D100 met PE vezels
er rond en op de vier hoeken inspectieputten (Deschacht, Oostakker), waarvan er eentje afwatert op het
riool.
De buis ligt in een grof zandbed van Rijnzand 07, aan de
voet van het ondergronds metselwerk. Het zandbed wordt van de omliggende
leemgrond gescheiden door geotex, om te voorkomen dat het drainagesysteem dicht
slibt met leem.
Het uitgraven van de drainage is een loodzwaar handwerk
dat ons drie dagen kost en toch wat associaties opriep met de situatie in
1914-1918… Graven in natte leem is niet
evident, maar met behulp van wat betonplex platen als dammetje verbetert de
situatie al vanaf dat de eerste buis de grond in gaat.
En als we dan toch aan het loopgraven zijn, worden ook
meteen de wachtbuizen voor aansluiting van de nutsvoorzieningen gelegd.
Geploeter in de modder: de sleuf tot de funderingsvoet met daarin geotex |
Onderin komt op een dun bedje zand de drainagebuis waarna verder wordt gevuld met drainagezand. Op de voorgrond een inspectieput. |
De tijdelijke aansluiting van de drainage en de wachtbuizen van de energiebocht naar de rooigrens |
De geotex voor de drainage wordt tijdelijk dichtgevouwen om vervuiling te voorkomen |
De ondersteuning voor de schuiframen op een laag kimblokken. Op de voorgrond de drainage |